Oude en nieuwe historie
De plek die nog steeds in beweging is, kent een bewogen geschiedenis.
In de loop van de geschiedenis werd de begraafplaats steeds verder uitgebreid; in 1857 naar een ontwerp van stadsarchitect J.G. van den Bergh (die er ook begraven is), in 1910 naar ontwerp van de Leuvense landschapsarchitect Liévin Rosseels en in 1956 volgde een uitbreiding naar ontwerp van stadsarchitect Frans Dingemans. Piet Satijn ontwierp in 1961 een nieuwe hoofdingang met portiersloge aan de Javastraat.
In het begin was er een apart veld voor ongedoopte kinderen en zelfmoordenaars. Sinds 1920 is er een gedeelte voor mensen zonder religie en andersdenkenden. Vanaf 1970 werd het mogelijk een urn te laten bijzetten in een urnenveld. Sinds 1983 kunnen ook moslims op de begraafplaats begraven worden. In 1984 werd het Heilig Hartbeeld, dat sinds 1919 op het Keizer Karelplein stond, verplaatst naar de begraafplaats.
Renovatie en uitbreiding 2021, 2022
In 2021 en 2022 vond een grootscheepse renovatie en uitbreiding plaats, die van de begraafplaats een rouw- en gedenkpark maakte. Er vond groot onderhoud plaats aan de paden en beplanting. Een deel van de paden werd geasfalteerd, waardoor ze beter toegankelijk zijn geworden.
Langs de Planetenhof en de Javastraat werden de hoge taxushagen, die te hoog en breed werden en in slechte staat verkeerde, vervangen door lagere taxushagen. Aan de noordzijde is de begraafplaats uitgebreid tot aan de Planetenhof, waar twee poorten werden toegevoegd. De Trichterbaan is daardoor onderdeel van de begraafplaats geworden en is alleen overdag opengesteld voor fietsers en voetgangers.
De laatste uitbreiding omvat plek voor een extra strooiveld, de Memorial Cube, een herdenkingsbos en een nieuw islamitisch gedeelte met grafrechten voor onbepaalde tijd. Kleinschalige evenementen, passend bij de omgeving, zijn sindsdien ook mogelijk.
Het komt dichtbij als een magneet
“ik had veel liever aan de doden dan aan de dood gedacht. aan mijn grootouders, hoe ze leefden en stierven mijn ouders natuurlijk elke dag hun leven en dood een hond, een kat, wat vissen, een konijn en waar ze nu allemaal zijn gebleven.
ik had veel liever aan de mensen gedacht die ik helemaal niet persoonlijk ken, de mensen die tegenover mijn flat in een flat wonen eigen doden hebben en zelf dood gaan aan hen had ik kunnen denken.
aan alle doden met en zonder graf of zonder naam rustig ingeslapen op golven ergens heen gedreven op wolken op herfstdagen in Maastricht ergens heen op herfstdagen in Maastricht samen ergens zijn bij de doden. had ik daar maar aan gedacht.”